HISTORIE&STREEKGESCHIEDENIS ‘NEVER ABANDON YOUR SHIP!’
In oktober 1819 strandde het smakschip de Albion tijdens hun reis van Leith naar Hamburg op de Engelsmanplaat. Op zich was dit niet ongewoon, dit kwam vaker voor. Het leidde echter tot een stuk juridisch ge- harrewar, waar ook Hartman Dirks Hartmans zich geen raad mee wist. Zoals hij het zelf schrijft in één van de verweerschriften: “Ten einde u een duidelijk begrip van deze zaak te kunnen geven van de zaak in questie, zal het nodig zijn een kort verhaal van het voorgevallene met het schip Albion, aan u voor te dragen”.
In dit artikel volgt dit verhaal, zoals verteld door de verschillende be- trokken partijen. Deze getuigenverklaringen komen grotendeels uit de archieven van de provincie Friesland. Waarom dit is opgetekend in het provinciaal archief? Partijen kwamen er onderling niet uit en schreven daarom de gouverneur van Friesland aan. Ook de gouverneur wist zich geen raad en stelde de minister van Binnenlandse Zaken in kennis. Die had op grond van de stukken wel een oordeel over de zaak. DE REIS VAN DE ALBION Het gehele reisverloop van de Albion is opgetekend in het scheepsjournaal. Ter onderbouwing van hun recht is het scheepsjournaal vertaald uit het Engels door Henry Bersma uit Rinsumageest en opgetekend voor de vrederechter van het kanton Holwerd, Rense Posthumus. Een samenvatting: Op zondag 10 oktober 1819 om ongeveer 10 uur kwam de kapitein David Parker aan boord.
Ankers los en varen maar! Na anderhalve dag varen zijn ze geankerd in de Gallan Bay, om vijf uur ’s morgens weer verder gevaren, langs Bassrock en het Isle of May. De reis liep redelijk voorspoedig, het weer was redelijk. Wat lichte winden en af en toe regen. Ze voeren langs St. Abbs Head en de zee werd hoger. De steng opgezet en ook het gaf topzeil. Op zaterdag 16 oktober wordt het echter minder. Het begint buiig met sterke winden. Om 6 uur ’s ochtends hadden ze door het halzen van het schip de giek, gaf, steng en bovenwerk in stukken. De timmerman probeerde de giek te repareren. Om tien uur werd het stormzeil en de breefok opgezet. Het schip kreeg water binnen. In de nacht van 17 oktober bleef de storm aanhouden. Om schip en lading te redden werd al het overtollig hout en haringen over boord gezet. Ook werd er stevig gepompt. Om een uur of vijf kon het schip geankerd worden en tegen de ochtend werd de noodvlag gehesen. Om acht uur waren er diverse kleine vaartuigen om te helpen. Het schip was tegen de bank (De Engelsmanplaat) gestoten.
Het volk uit de vaartuigen hielp om de balen, kisten en ander materiaal te lossen. Om half vijf ’s middags zijn ze naar de wal vertrokken. De kapitein, stuurman en passagier Fielding bleven aan boord. Ze hadden drie dagen geen rust gehad. Het scheeps- journaal bestreek een periode van 36 uur. LADING IN VEILIGHEID Op maandag 18 oktober gingen de kapitein en stuurman naar de wal om zaken te regelen. De bemanning moesten de goede- ren bewaken. Zij zagen echter een grote menigte inwoners aan boord en durfden ze niet te verhinderen in het slopen van de tuigage en de kajuit. Ze hebben de kapitein gewaarschuwd. Op dinsdag heeft Capitein Bersma, in dienst van de Britse majesteit, samen met Age Pieters Visser van Wierum de Albion geïnspecteerd. Zij constateerden ook de schade. Het schip zat halfvol water. Maar als het weer een beetje gunstig bleef, dan moest het toch lukken het weer vlot te trekken! Terwijl de kapitein met Bersma vertrok naar Harlingen haalden de stuurman, de timmerman en een matroos met enkele inwoners het schip verder leeg. Wat was er zoals aan boord van het schip? In het scheepsjournaal wordt vermeld wat is overgedragen en opgeslagen in het pakhuis:
74 balen katoenen garens,
21 kisten katoenwaren en een pakje met iets soortgelijks,
17 tonnetjes zalm,
3 vaten glas,
51 vaten haring en een partij natte suiker.
Op zaterdag 23 oktober kwam er weer harde storm. De kapitein en het volk gingen naar de wal.
De dagen daarna ging men verder met het opkalefateren van het schip. Door het graven van geulen en behulp van Harlingers en Wierumer vissersschuiten werd het schip op 4 november pas weer in diep water gebracht. Op 6 november kwamen ze voor anker in Oostmahorn. Daarna hebben ze er nog 5 dagen over gedaan om – met een loods- op Dokkumer Nieuwe Zijlen te komen.
VAN DE ALBION IN 1819 DE ONGELUKKIGE VAART door ARJEN J. DIJKSTRA keatsbuorren@knid.nl NICOLAAS RIEGEN - SMAK IN WOELIG WATER FRIES SCHEEPVAART MUSEUM