Wierummers beleefden angstig avontuur op ’t Wad (6 juli 1968)
Een viertal inwoners van Wierum waren zaterdagmorgen in een tweetal open bootjes wierum (beiden met aanhangmotor) bij hoogtij de Waddenzee ingestoken, met het doel om bij het Oerd wat te gaan vissen. Hier werden zij in de middag verrast door de plotseling opkomende noordelijk storm die hen belemmerde om vlot naar huis te varen en om ongeveer vijf uur 's middags weer in Wierum te zijn. Integendeel, het is voor alle vier een bang nachtelijk avontuur geworden, dat ook veie Wierummers heel wat uren van onrust heeft gekost. Pas zondagnacht om half vijf kon met dankbaarheid worden vastgesteld dat dit avontuur geen slachtoffers had gevraagd.
Allen gered
In het ene bootje zat Tjeerd Smit (28) vergezeld van Jetze Prins (16) en in het andere Lieuwe D. Vonk (45) en R. Beintema (15).
Hoewel het zaterdagmorgen geen stralende dag beloofde te worden, leek het weer toch niet te ongunstig om geen gevolg te geven aan het gemeenschappelijk voornemen bij het Oerd op Ameland, bij laag water wat te gaan vissen en dan 's middags tussen en 5 uur weer in Wierum terug te zijn.
Gehoopt werd op weersverbetering, doch m tegenstelling daarmee verslechterde de weerstoestand van uur tot uur en tegen de middag kon van een flinke storm worden gesproken. Daarop waren de kleine open bootjes waarmee de mannen zich in zee hadden gewaagd, niet berekend.
Aanvankelijk had men niet zoveel last van de storm, omdat men in de luwte van de Amelander duinen lag, doch al spoedig werd geconstateerd dat het noodweer was en de zee geweldig spookte.
Tocht terug
In eerste instantie besloot men gezamenlijk om maar op Ameland te blijven, doch later kwam men op dit besluit terug en werd gemeenschappelijk besloten de terugtocht maar te aanvaarden. Eigenlijk was dit een onverantwoord besluit, want het zicht was mede door de striemende regenvlagen uitermate slecht en de storm zweepte de golven geweldig op. Er was geen sprake van dat men direct op Wierum kon aanzetten en daarom werd besloten maar wat meer westelijk aan te houden, waardoor meer voor de wind werd gevaren.
Inmiddels waren de ouders in Wierum ernstig ongerust geworden over het wegblijven van de jongens die zij in hun open bootjes midden in het stormgeweld van de zee wisten. De opzichter van het waterschap 'Eastergoa's Sédiken' de heer G. J. de Weert werd met het geval op de hoogte gebracht en deze heeft zich direct ingezet om alle reddingspogingen te ondernemen die mogelijk waren. Hij kwam op de - juist gebleken gedachte dat de jongelui wel eens uit de koers konden zijn geraakt en zich meer westelijk op het - steeds donkerder wordende - wad bevonden. Daarom werd door hem, geassisteerd door veel dorpsgenoten, in de richting Holwerd gesurveilleerd, en daarbij mochten zij de voldoening smaken om Tjeerd Smit en Jetze Prins met hun bootje te ontdekken. Ze waren voor de rijs- dammen (plm. 1,5 km uit de dijk) met de andere sloep voor anker gegaan, daar zij wegens het hoge water, ten gevolge van de ruwe zee, de vaargeulen niet konden zien
Het anker loopt mee
Het anker van de boot van Ti. Smit liep echter mee en zo dreigde de boot op de rijsdammen te zullen omslaan. Gelukkig sloeg ze met een hoge golf er overheen. Na veel spanning geluk te het ook door de verdere 'rijsgaten' te manoeuvreren en konden Smit en Prins weldra, door en door nat en uit geput door de angstige en enerveren de reis maar opgelucht, veilig voet aan wal zetten. Hoewel er blijdschap was over de behouden terugkeer van deze twee dorpsgenoten, bleef de zorg om de beide anderen nog bestaan en moesten de reddingspogingen onverdroten worden voortgezet.
Opzichter De Weert en zijn helpers hebben dit met bewonderenswaardige volharding en energie ook gedaan. men de hele nacht op de dijk ter hoogte waar het bootje voor anker lag, in de buurt van Visburen, zodat men zo goed en zo kwaad dat ging de onfortuinlijke vissers in het vizier kon houden.
Storm gaat liggen
Hierbij dient ook genoemd te worden de neer D. Bilker (37) kantonnier van Rijkswaterstaat te 1--101werd, die zondagnacht nog met z'n boot het wad op is gegaan om te trachten bij Vonk en Beintema te komen. Hij moest hier— bij wachten op hoog genoeg water Toen hij op de plaats arriveerde waren de Wierummers juist op eigen kracht vertrokken. Ongeveer vier uur zondagmorgen ging de storm wat liggen, het begon weer licht te worden en Vonk en z'n makker besloten hun anker te lichten en op eigen kracht naar Wierum terug te varen, waar ze tussen vier en half vijf doodvermoeid, verkleumd en tot de huid nat maar doodgelukkig aankwamen. Dit was de gelukkige afloop van eer benauwend en angstig avontuur, niet alleen voor de betrokkenen doch ook voor Ge familieleden en vele dorpsgenoten die intens dit alles hebben meebeleefd.
Veel dank
Een woord van hulde dient gebracht te worden aan opzichter de Weerd die zo initiatiefvol en energiek met inzet van alle krachten alles in het werk heeft gesteld om hulp te bieden, evenals de mannen die daadwerkelijk aan de reddingspogingen hebben deelgenomen.
Ook dient in dit verband niet vergeten te worden kastelein Hylkema van Ternaard, die al de mensen op de zeedijk die deze nacht in touw waren belangeloos van warme koffie en brood voorzag, iets wat zeer op prijs as gesteld.