Right-click is disabled on this page!
>

"Daar waar de dijk het land omklemt gelijk een moederarm haar kind..

VOLG ONS

Wadlopen van uit Wierum


Uit het wadloopfolder van de VVV Dongeradeel kiezen wij de route Wierum-Engelsmanplaat, een tocht van drieëneenhalf uur 'uit en thuis', dus echt iets voor beginners. Datum: een zaterdag, achter in augustus. Vertrektijd: 05.45 uur; dat is geen boosaardig grapje van de VVV, maar dat maakt het getij uit. Wij moeten nu eenmaal met de eb mee het wad op gaan en vóór de opkomende vloed uit naar de vaste wal terugkeren. Vanwege de vroege start besluiten wij om vrijdagavond al vast naar het hoge noorden te gaan naar "It Litse Huyske" in Wierum, na ons met een telefoontje ervan te hebben verzekerd dat de tocht doorgaat. Dit laatste is belangrijk, want storm of mist zou de tocht onmogelijk kunnen maken.
Daarmee begint het avontuur al! Zaterdag om 05.45 uur, 'in het holst van de morgen', kort maar goddelijk geslapen, is het al druk in Wierum. Een aantal auto's staat geparkeerd voor café De Kalkman en er is al zo'n man of vijftig aanwezig. Inschrijven, een kop sterke koffie en dan terug naar de auto's, want het vertrekpunt ligt een kilometer verder in oostelijke richting. Huiverend in de kille ochtend, klimmen we in ons korte broekje over de zeedijk. Daar ligt het wad. Zou de tocht zwaar zijn? De gedachte, dat vele duizenden mensen hem al eerder maakten, stelt ons een beetje gerust. De eerste stappen in de koude, natte klei zijn het ergst. De net gekochte basket-ballschoentjes zijn meteen doorweekt door de smerige, grijze substantie. 'Vette zeeklei' noemen ze dat. Al jarenlang worden langs de kust allerlei paaldammen in het water gebouwd om zoveel mogelijk zwevende, vaste deeltjes te laten bezinken uit het tweemaal per dag binnendringende zeewater. Deze feitelijk door mensenhanden ontstane strook vormt nu de eerste barrière voor de wadlopers. Lage gymschoentjes zijn hiervoor ongeschikt: de zuigende klei houdt er meteen al verscheidene vast. Maar we zijn op het wad en we stappen - nog volkomen fit - verder, steeds weer een vers, nog onbetreden stukje klei zoekend om niet in het diepe spoor van een voorganger weg te zakken. Het eind van het slikveld wordt gemarkeerd door gevlochten rijshout. Daarachter ligt het wijde wad, zonder door mensenhanden gemaakte hindernissen. We zijn pas een kwartier onderweg, maar het lijkt al veel langer. De zon breekt door. Lange schaduwen lopen met ons op. Nog twee uur voor laag-water. In de vrij ondiepe geulen waar we doorheen lopen staat een flinke ebstroom; als je even stilstaat, voel je het water langs je kuiten friemelen. We zijn nu een halfuur uit de kust en hebben net een vrij gemakkelijk stuk afgelegd over de halfzachte zandplaten met hier en daar een vrij hard gedeelte. Ineens staan we voor een dwars over het Wierumerwad lopende geul; bij hoogwater is dit de enige oost-westverbinding over het wad voor schepen. De rand van de geul is gemarkeerd met lange, in de grond gestoken takken, de prikken. Meegevoerd door de stroom, zijn wij hier verschillende malen doorheen gezeild op onze tochten van Ameland naar Schiermonnikoog en Lauwersmeer.
De boven het water uitstekende prikken wezen ons daarbij de weg over het ondiepe wantij. Van prik naar prik varend, vroegen wij ons wel eens af: zou hier nu een echte geul lopen, of zou het meer een toevallig iets lager liggend deel van het wantij zijn? Nu zien wij het met eigen ogen: een circa twintig meter brede geul slingert zich door de drooggevallen zand-platen en de prikken geven precies de noordelijke rand ervan aan. We voelen ons bijna profiteurs van het wad. Bij vloed genieten we van het varen over het geheimzinnig kabbelende water, bij eb van het lopen over de platen. Wonderlijk, wonderlijk, dat vreemde, dubbelzinnige wad.
We stappen voorzichtig in de geul en alle broekjes worden nat. Aan de andere kant klimmen wij een meter en lopen door. Naarmate het water zakt, geeft het wad meer geheimen prijs. In de verte liggen donkere mosselbanken, witte schelpen, grauw zeegras - alles in overvloed. Maar we missen iets. Waar zijn die duizenden vogels waarover je altijd hoort praten? Hier en daar een paar meeuwen - is dat nu alles? Of zouden ze opgeschrikt zijn, in hun rust gestoord door groepen tweebenige loopwezens, die ongevraagd hun domein zijn binnengedrongen? Het is onze metgezellen ook opgevallen. Alleen met de kijker valt iets te ontdekken van de vele duizenden vogels die op of van het wad leven. Valt dat even tegen!
We hadden gedacht ze met duizenden overal om ons heen te zien: meeuwen, sterns, visdiefjes en ga maar door. Is het de tijd niet, is het Wierumerwad geen ideale voedselbron of... hebben wij, wadlopers, de vogels al verjaagd? Op de grond is meer te zien, want het wad wemelt van leven en onwillekeurig loop je naar de bodem te kijken. Daar zijn overal tubetjes bagger uitgeperst: uitwerpselen van zeepieren. We graven er eentje uit. Een paar decimeter lang, vingerdik met zwarte haren, lamlendig bungelend tussen duim en wijsvinger. We laten de zeven miljoen achthonderddrieëntwintig andere rustig onder hun vermicellikronkels zitten. Engelsmanplaat

Een goed uur geleden stonden we, huiverend in de kille ochtend, op de dijk en keken wantrouwend naar het wad. Nu voelen we ons hier al helemaal thuis en volkomen veilig. Het zand onder onze voeten is wat zachter; we lopen op de lange, zuidelijke uitloper van de Engelsmanplaat. Toch moeten er nog heel wat stappen gezet worden, voor we een wat hoger deel bereiken. Mini-duintjes, nog in het prille begin van hun groei, geven maar weinig beschutting tegen de wind. Een eind verderop staat het reddinghuisje van de KNZHRM. Vanaf de dijk konden we het al zien, een piepklein torentje in zee. Als we ernaartoe lopen groeit het tot een huisje op vier robuuste hoge poten. Onwrikbaar staat het daar om stormen te trotseren. Het kan warmte en beschutting bieden aan schipbreukelingen- of aan onvoorzichtige wadlopers die door een storm worden overvallen. Plotseling staat onze gids stil, zijn portofoon tegen zijn oor. Dat is al meer gebeurd, want voortdurend is er een prettige communicatie met andere wad-loopgroepen en de centrale post aan de wal, die overal van op de hoogte wordt gehouden. Een geul die zich wat verplaatst heeft, de vorderingen van de groep - alles wordt doorgemeld. Maar nu is het een alarm.
Bij de groep die de zware tocht maakt van Holwerd naar Ameland is iemand onwel geworden, midden tussen de uitgestrekte slikbanken. Over en weer wordt overlegd. Een altijd bereikbare arts wordt geraadpleegd en geeft advies. Als de man weer wat op verhaal is gekomen, gaat een der gidsen met hem terug naar Holwerd, voor alle zekerheid vergezeld door een ervaren wadloper. Door dat bericht is onze gids duidelijk opgelucht. Gelukkig komt zoiets maar zelden voor. En in noodgevallen kan zelfs een helikopter gealarmeerd worden. Zo waakt men over de veiligheid van de wadlopers. Maar die moeten zelf meewerken door niet aan zo'n zware tocht deel te nemen als hun lichamelijke conditie niet in orde is. In groepjes zoeken we een plekje om even te rusten en wat te eten.
Dan beginnen we aan de terugtocht. Hee - we vertrokken met mooi, windstil weer uit Wierum. Later kwam de zon door de lage wolkenbank aan de horizon en maakte ons tot maanwandelaars: aan de ene kant fel belicht, aan de andere kant een mysterieuze, lange schaduw werpend over het glinsterende wad. Maar nu hangt er boven land een inktzwarte, angstaanjagende lucht. Plotseling steekt er een westelijke wind op. Terwijl we in hoog tempo over de zandplaat lopen, neemt de wind verder toe. We zijn nog maar een halfuur op de terugweg en het wad ziet er grauw en dreigend uit. Het tij is gekenterd en de opkomende vloed krijgt een bondgenoot in de aanwakkerende wind. Het water wordt met kracht het wad opgejaagd. In de ondiepe geuit j es van daarnet reikt het water nu al tot boven de knieën. Dit is heel wat anders dan over een droge plaat lopen! Onze gids peilt met een lange stok de diepte in de geul. Die stok heeft nog een ander doel: hij kan, samen met de stok van de andere gids, gebruikt worden voor het maken van een brancard. Die tweede gids blijft achter in de groep, om eventuele achterblijvers op te vangen en tot spoed te manen. Want nu de vloed zo snel opkomt, moeten wij opschieten! Toch kunnen de dreigende wolken de goede stemming niet bederven. Grappen vliegen over en weer en als een meisje in een slikbank onderuit gaat, wordt zij met veel plezier weer overeind geholpen. Wij letten al lang niet meer op een kluitje slik meer of minder.
Uitgelaten en uitgewaaid komen we bij het punt waar we ruim drie uur geleden vertrokken. Het lijkt wel of het veel langer geduurd heeft, zo intens beleef je hier alles. Nu nog door de zware klei. Maar je stapt niet meer zo veerkrachtig als op de heenweg. Het slib lijkt nu veel slapper en weker en probeert zuigend je voeten vast te houden. Nu hoor je niet zoveel meer. Als je te snel vooruit wilt komen, verlies je je evenwicht. . . Voldaan bereiken wij de dijk. Dan voelen we pas goed de tot stormachtig aangewakkerde wind, die het water steeds verder opzweept. De vloed is ons op de voet gevolgd: waar we net droog liepen, staat nu alweer water. 'We hadden geen halfuur later moeten zijn', zegt onze gids, 'want dan was het heel wat zwaarder geworden'. Achter de dijk is een natuurlijke poel. Heel de groep strijkt daar neer om 'even' zand en klei uit sokken en schoentjes te spoelen. Maar je blijft soppen - en telkens komt er nog meer uit Op de bodem van de poel ligt een laag waddenslik, die onze duizenden voorgangers daar achterlieten. Ten slotte geven wij het op, verwisselen de vochtige broek voor een droge, bedanken de gidb_PC-Wad41dsen en stappen in de auto.
Op weg naar een warme douche in “It Lytse Huyske” en schone kleren, die de laatste sporen van het wad moeten uitwissen. Maar ons enthousiasme voor het wadlopen kan niet meer uitgewist worden. We hebben een fantastisch weekend gehad.
Dan is er maar één mogelijkheid! Komt u zélf eens kijken. En vergeet u dan vooral de Wadden-eilanden niet: Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog, met hun vogelbroedplaatsen en ontzaglijk brede stranden, hun oude dorpjes en uitgestrekte zand platen. De afstand over de Afsluitdijk of door de Noordoostpolder is niet zo ver en de wind boestert niet iedere dag van het jaar!

We zijn het hele jaar open voor bezoekers
check Beschikbaarheid

"De rijkdom van de Wadden nodigt uit om beleefd en gedeeld te worden. ...